De bouw kent een variëteit aan contracten. Contracten dienen onder meer om vast te leggen welke (bouw)partij verantwoordelijk is voor welke (onder)delen in het betreffende bouwproject. Met verantwoordelijkheid komt ook aansprakelijkheid. De risicoverdeling tussen partijen is een belangrijk onderwerp dat vóór de totstandkoming van de overeenkomst moet worden besproken. Een goed gesprek is later vaak 'wat moeilijker'. Naast de 'gewone' aansprakelijkheid is er meestal ook sprake van overeengekomen garanties en waarborgen. En alsof dat nog niet gecompliceerd genoeg is, is er in het geval van de koop- /aannemingsovereenkomst sprake van 'achterliggende' overeenkomsten. In de koop- /aannemingsovereenkomst zijn de rechten en plichten tussen de ondernemer (verkoper) en de verkrijger (koper) geregeld. Echter voordat de ondernemer zijn bouwproject kan aanbieden aan de koper(s) heeft hij al een architect voor het ontwerp en een aannemer voor de uitvoering gecontracteerd. Die hebben op hun beurt veelal ook weer gecontracteerd voor delen van hun werk.
Deze cursus is speciaal bedoeld voor hen die graag bijgeschoold willen worden over dit complexe onderwerp. Door middel van deze cursus bent u weer geheel op de hoogte van alle do’s en don’t’s.
Actualiteiten aanpak leegstand en flexibel gebruik
Uit recente metingen blijkt dat de leegstand in Nederlandse kantoor- en winkelpanden nog steeds toeneemt. Het is dan ook niet verwonderlijk dat er op dit moment in de wetgeving en jurisprudentie verschillende ontwikkelingen gaande zijn met betrekking tot de aanpak van deze leegstand. Tijdens de cursus zullen de drie belangrijkste ontwikkelingen worden besproken.
De eerste ontwikkeling betreft een door de ministerraad op 31 oktober 2013 genomen ontwerpbesluit, waarmee het in de toekomst gemakkelijker wordt om leegstaande panden, al dan niet tijdelijk, te gaan gebruiken in afwijking van de geldende bestemming. Hiermee wordt beoogd de leegstand in bijvoorbeeld kantoor- of winkelpanden aan te pakken door flexibeler met de gebruiksmogelijkheden om te gaan.
De tweede ontwikkeling doet zich voor in de rechtspraak en ziet op de terughoudendheid van de rechter bij de beoordeling van de vraag in hoeverre de leegstand in een gebied reden kan zijn om een bestemmingsplan dat voorziet in nieuwe kantoor- of detailhandelsfunctie, te vernietigen.
De derde ontwikkeling betreft de door de wetgever ingestelde “Ladder Duurzame Verstedelijking”, waaraan nieuwe stedelijke ontwikkelingen sinds enige tijd moeten worden getoetst, onder andere om onnodige nieuwbouw te voorkomen.
Om de invoering van deze ontwikkelingen binnen uw organisatie snel en effectief te laten verlopen, wordt deze cursus georganiseerd. Tijdens deze cursus van een halve dag raakt u volledig vertrouwd met de actualiteiten omtrent de aanpak van leegstand.
Actualiteiten in de veranderende zorgmarkt
De cursus ‘Actualiteiten in de veranderende zorgmarkt’ praat u bij over de ins en outs van het bouwen voor de zorg en biedt inzicht in de gevolgen van ontwikkelingen in demografie, beleid en trends op de korte en middellange termijn.
De zorgmarkt wordt opgedeeld in de cure (ziekenhuis zorg) en de care (langdurige zorg). In totaal bedragen de uitgaven aan de zorg ongeveer € 87 miljard, waarvan 60% cure en 40% care. Voor de bouwbranche is dit een interessante sector die kansen biedt, wel is er sprake van voortdurende beleidswijzingen.
De afgelopen jaren is een aantal belangrijke veranderingen met betrekking tot de zorgmarkt en zorgbouw ingevoerd. Ten eerste is het bekostigingssysteem van vastgoed veranderd van vergoeding van bouwkosten op basis van nacalculatie naar het integreren van de huisvestingskosten in de tarieven. In het nieuwe systeem moeten zorginstellingen zelf de bouwkosten terugverdienen en dragen zij dus zelf het vastgoedrisico. Andere belangrijke veranderingen zijn het scheiden van wonen en zorg. Cliënten worden dan zelf verantwoordelijk voor hun huisvesting en de kosten daarvan.
De samenstelling van het zorgvastgoed laat de effecten van beleid in de afgelopen decennia zien. De effecten van de recentste beleidswijzigingen richting meer marktwerking zijn nog niet goed zichtbaar. Instellingen moeten zich gedragen als commerciële ondernemer, met meer vrijheid maar ook meer risico’s. De kredietcrisis komt daar bovenop. Eigenlijk zou sindsdien al een slag moeten zijn gemaakt naar serieuze business plannen en een meer commerciële aanpak in de bouw voor de zorg. Maar daar bovenop kwam de financiële crisis, met zijn enorme invloed op de banken. Nu zien we dat banken erg voorzichtig zijn. Met als gevolg een stilstand en heroverweging van veel bouwprojecten.
De cursus ‘Actualiteiten in de veranderende zorgmarkt’ is voor hen die graag bijgeschoold willen worden over dit complexe onderwerp.
AVA 2013, Algemene Voorwaarden voor Aanneming van Werk 2013
Op 27 maart 2013 heeft Bouwend Nederland de ‘Algemene Voorwaarden voor Aanneming van Werk 2013’ (AVA 2013) vastgesteld. Deze voorwaarden zijn een opvolger van de AVA 1992 die in dat jaar door de voorganger van Bouwend Nederland, de A.V.B.B., zijn vastgesteld. Om u wegwijs te maken in de AVA 2013 wordt deze cursus georganiseerd. Tijdens deze cursus van een halve dag raakt u volledig vertrouwd met de AVA 2013.
Beginselen van het faillissementsrecht
Vooral in de handel en de bouwnijverheid gaan er veel ondernemingen over de kop. Om er voor te zorgen dat u weet wat u bij een faillissement van één van uw zakenpartners kan verwachten, wordt de ‘Dagdeelcursus Beginselen van het faillissementsrecht’ georganiseerd.
CE-markering en de Europese Verordening Bouwproducten voor fabrikanten
Op 1 juli 2013 is de Europese Verordening bouwproducten (CPR) in werking getreden. De CE- markering is verplicht in de hele Europese Economische Ruimte. De CPR heeft als doel technische belemmeringen op te heffen voor het verhandelen van (bouwkundige) bouwproducten binnen de Europese Economische Ruimte (belemmeringen zijn o.a. private en/of nationale keurmerken). De CE-markering met zijn prestatieverklaring (DoP) is het bewijs dat het bouwproduct verhandeld mag worden binnen de EER en dat de essentiële kenmerken zijn gedeclareerd overeenkomstig het beoogd gebruik.
Van belang is dat de bouwsector, met name de producten (fabrikanten en importeurs) en toeleveranciers/distributeurs, goed op de hoogte zijn van deze nieuwe Verordening.
”Voor een bouwproduct dat onder een geharmoniseerde norm valt of waarvoor een Europese technische beoordeling is afgegeven, is de CE-markering het enige merkteken dat verklaart dat het bouwproduct in overeenstemming is met de aangegeven prestaties met betrekking tot de essentiële kenmerken die onder die geharmoniseerde norm of Europese technische beoordeling vallen.”
Ook de aansprakelijkheid van de fabrikant voor deze testresultaten loopt bij falen van het product uitsluitend via de CE-markering. De huidige erkende kwaliteitsverklaringen (KOMO) spelen hierbij een andere. De bouwproducten waarop de CPR van toepassing is, moeten vanaf d.d. 1 juli 2013 zijn voorzien van de CE-markering en een prestatieverklaring. Deze prestatieverklaring is het instrument voor fabrikanten en leveranciers om met afnemers (aannemers en de bouwdirectie) te communiceren over de prestaties van het product die zijn vastgelegd in de geharmoniseerde technische specificatie.
Deze cursus is speciaal bedoeld voor hen die graag bijgeschoold willen worden over dit complexe onderwerp. Door middel van deze dagdeelcursus bent u weer geheel op de hoogte van alle do’s en don’t’s.
Design for All, van theorie tot bestek
Design for All, of Integraal Ontwerpen, is het zodanig ontwerpen dat de verschillende behoeften van mensen op een vanzelfsprekende manier geïntegreerd worden in de gebouwde omgeving. Het uitgangspunt van design for all luidt dat ontwerpers, architecten, beleidsmakers, beslissers en voorschrijvers, kortom degenen die verantwoordelijk zijn voor het ontwerp en het bouwcontract, een goed gekozen selectie van eindgebruikers betrekken bij het ontwikkelingsproces met het doel hun kenmerken (mogelijkheden en beperkingen, wensen en behoeften) in kaart te brengen en hiermee rekening te houden. Design for all betekent ook dat bij productontwikkeling niet alleen wordt gekeken naar de ‘gemiddelde’ gebruiker (als die bestaat), maar dat ernaar gestreefd wordt ook rekening te houden met zwakkere, niet zo behendige, kleine of juist heel lange, niet-Nederlands sprekende consumenten, de zogenaamde ‘kritische’ gebruikers ofwel ‘ergonomische’ minderheden. De ontwerper, producent, architect, beleidsbeslisser en bestekschrijver moet leren denken vanuit de capaciteiten, behoeften en wensen van deze gebruikers en hun producten en diensten daarop afstemmen. Het eindresultaat is dat producten en diensten, publieke gebouwen en de omgeving, verkeer en vervoer enzovoort voor zoveel mogelijk mensen toegankelijk zijn en op comfortabele, efficiënte en veilige wijze kunnen worden gebruikt. De cursus ‘Design for All, van theorie tot bestek’ is voor hen die graag bijgeschoold willen worden over dit complexe onderwerp.
Deze dagdeelcursus handelt over Meer en minderwerk; bestekswijzigingen, stelposten, verrekenbare en geschatte hoeveelheden, bijbetaling, schadevergoeding, etc.
Tijdens deze dagdeelcursus komen de onderwerpen OG, of gelijkwaardig, overeenkomstige hoedanigheid, of daarmee overeenstemmend, of goedkoper aan bod.
Vennootschaps- en ondernemingsrecht
In de bouw komt u onopgemerkt dagelijks in aanraking met Vennootschaps- en Ondernemingsrecht. Het vennootschapsrecht is in Nederland opgenomen in Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek, dat handelt over de rechtspersonen. Er zijn Vennootschapsvormen zonder rechtspersoonlijkheid (maatschap, VOF etc.) en met rechtspersoonlijkheid (NV, BV, corporatie etc.) Het is voor u dan ook van belang bepaalde zaken te kunnen signaleren, bijvoorbeeld of uw wederpartij bevoegd is de betreffende overeenkomst te sluiten. Om u wegwijs te maken hierin wordt deze cursus georganiseerd. Tijdens deze cursus van een halve dag raakt u volledig vertrouwd met het Vennootschaps- en Ondernemingsrecht.